ECLI:NL:RBDHA:2023:3692
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- M. van Nooijen
- J.F.A. Bleichrodt
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in verband met afwijzing verblijfsvergunning op basis van artikel 8 EVRM
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een Sierra Leoonse, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning voor verblijf bij haar Nederlandse partner. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag afgewezen omdat verzoekster niet voldeed aan het mvv-vereiste. Verzoekster stelde dat zij rechtmatig verblijf had gehad en dat de belangenafweging in het kader van artikel 8 van het EVRM niet correct was uitgevoerd. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster een spoedeisend belang had bij haar verzoek, omdat zij niet in Nederland mocht zijn en er risico bestond op uitzetting. De rechter oordeelde dat het bezwaar van verzoekster, met betrekking tot de vrijstelling van het mvv-vereiste en artikel 8 van het EVRM, een redelijke kans van slagen had. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waardoor verzoekster niet mocht worden uitgezet totdat op het bezwaar was beslist. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoekster.