ECLI:NL:RBDHA:2023:3689
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in asielgerelateerde woningweigering geschil
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een asielzoeker, en het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Eiser had beroep ingesteld tegen twee brieven van Vluchtelingenwerk Nederland (VWN) en het COA, waarin hij werd uitgenodigd voor een gesprek over woningweigering. Eiser betoogde dat deze brieven als besluiten moesten worden aangemerkt in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), en dat de rechtbank bevoegd was om van het beroep kennis te nemen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de brieven van VWN en het COA niet als besluiten kunnen worden aangemerkt, omdat zij niet gericht zijn op enig rechtsgevolg. De rechtbank concludeerde dat zij onbevoegd was om van het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening kennis te nemen. Eiser had eerder een asielvergunning gekregen, maar de rechtbank oordeelde dat de uitnodiging voor het gesprek over woningweigering geen besluit was en dat er geen rechtsgevolgen aan verbonden waren. De rechtbank heeft daarom de overige beroepsgronden niet besproken en verweerder niet verplicht om proceskosten te vergoeden.