Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van Cantina Mexicana van 24 oktober 2018, met producties EP1 tot en met
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie van McIlhenny van 1 mei 2019, met producties GP1 tot en met GP32;
- het tussenvonnis van 29 mei 2019, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie tevens akte vermeerdering van eis in conventie van Cantina Mexicana van 25 september 2019, met producties EP17 tot en met EP20;
- de beschikking van 5 november 2019, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord op de vermeerdering van eis in conventie, tevens houdende akte vermindering grondslag reconventionele vordering van McIlhenny van 27 maart 2020, met productie GP33;
- de op 20 mei 2020 door Cantina Mexicana ingediende producties EP21 en EP22;
- de akte houdende overlegging producties van McIlhenny, ingekomen op 20 mei 2020, met producties GP34 tot en met GP45;
- de akte houdende overlegging productie van 5 juni 2020 van McIlhenny, ingekomen op 2 juni 2020, met productie GP46 (proceskostenopgave);
- de bij e-mailbericht van 3 juni 2020 door Cantina Mexicana ingediende aanvulling op productie EP22 (proceskostenopgave);
- het proces-verbaal van de op 5 juni 2020 gehouden mondelinge behandeling . In verband met de maatregelen als gevolg van COVID-19 heeft de zitting via een digitale verbinding plaatsgevonden. Voorafgaand aan de zitting hebben partijen op 3 juni 2020 schriftelijke pleitnotities ingediend. Deze zijn niet uitgesproken en behoren tot de processtukken. Tijdens de zitting hebben partijen mondeling gere- en dupliceerd aan de hand van schriftelijke pleitnotities, die na de zitting zijn toegezonden en aan de processtukken zijn toegevoegd;
- het proces-verbaal van de op 7 juli 2020 gehouden mondelinge behandeling , waarbij partijen (tevergeefs) een schikking hebben beproefd;
- twee e-mailberichten namens McIlhenny van 9 september 2020 met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 5 juni 2020;
- het naar aanleiding daarvan verzonden e-mailbericht namens Cantina Mexicana van
2.De feiten
capsicum frutescens var. tabasco,een specifieke variëteit van de soort
capsicum frutescens, een chilipeper. Deze variëteit zal hierna ook de tabascopeper worden genoemd.
arômes(
huiles essentielles)) en 30 (
epices, sauces, sauces a salade) (hierna: het Beneluxwoordmerk).
huiles essentielles) en 30 (
epices, sauces, sauces à salade) (hierna: het Beneluxbeeldmerk).
red pepper sauces), 32, 35 en 42 (hierna: het Uniewoordmerk 2001).
sauces (condiments)) (hierna: het Uniebeeldmerk fles).
pepper sauces) en 33 (hierna: het Uniebeeldmerk ruit).
pepper and non-pepper based sauces), 33 en 43 (hierna: het Uniewoordmerk 2015).
online retail services in relation to sauces and other foods) (hierna: het Uniewoordmerk 2017).
merchandise, waaronder posters, kleding, keukengerei en decoratie.
3.Het geschil
in conventie
weergegeven - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover de wet het toelaat uitvoerbaar bij voorraad,
i. vergoeding aan McIlhenny van alle ten gevolge van de inbreuk op het de Beneluxmerken en het Uniewoordmerk 2001, het Uniebeeldmerk ruit en het Uniewoordmerk 2015 geleden en nog te lijden schade, op te maken bij staat,
4.De beoordeling
Apfelzügle-arrest van het Europese Hof van Justitie [8] , gewezen nadat deze zaak voor vonnis was komen te staan, leidt niet tot een ander oordeel. Het hof beantwoordt daarin prejudiciële vragen over een reconventionele nietigheidsvordering, maar gaat daarbij uit van de situatie dat de procedure is ingeleid met een inbreukvordering [9] . Dat is in de onderhavige zaak niet het geval. Het in dat arrest genoemde belang van proceseconomie (r.o. 54-56) leidt evenmin tot een ander oordeel, omdat Cantina Mexicana er in de onderhavige zaak zelf voor heeft gekozen een procedure in te leiden bij deze rechtbank om een verklaring voor recht van niet inbreuk te vorderen. Zoals hiervoor overwogen, had zij ook (of eerst) een procedure bij het Bureau over de geldigheid van de Uniemerken van McIlhenny kunnen beginnen.
bis-Vo [10] jo. 122 lid 1, 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, nu de vorderingen in reconventie voortspruiten uit de rechtsfeiten waarop de vorderingen in conventie zijn gegrond. De bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van alle lidstaten van de Europese Unie.
- het in staat stellen van het publiek om de waren of diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen - van een merk te vervullen. Dergelijke tekens moeten door eenieder vrij kunnen worden gebruikt [11] . Het woord ‘tabasco’ is een onderdeel van de botanische benaming van de tabascopeper
.Het is ook een logische afkorting van die benaming, die in de praktijk vanwege de lengte niet voluit gebruikt zal worden. Of het relevante publiek ook bekend is met die botanische naam dan wel de tabascopeper, zoals McIlhenny betwist, is in dit verband niet van belang. Het gaat er immers om of het teken
kandienen als aanduiding van een kenmerk van de waren. Daarvan kan ook sprake zijn als in de toekomst redelijkerwijs te verwachten is dat het teken als aanduiding van een kenmerk van de betrokken waren kan dienen. Het gaat er daarbij om of het woord in minstens één van de potentiële betekenissen een kenmerk van de waren aanduidt, terwijl niet relevant is of er andere tekens bestaan die gebruikelijker zijn dan het betrokken teken, om dezelfde kenmerken van de waren aan te duiden [12] .
arômes(
huiles essentielles)(aroma’s (essentiële/etherische oliën) in klasse 3 en
epices, sauces, sauces a salade, (kruiden/specerijen, sauzen, salade/slasauzen) in klasse 30. Naar het oordeel van de rechtbank kan het woord TABASCO in de perceptie van het relevante publiek in de Benelux dienen als aanduiding van een kenmerk, in dit geval een (potentieel) ingrediënt, van elk van die waren. Het Beneluxwoordmerk is dan ook beschrijvend voor die waren. Dit geldt, nu het begrip van het woord TABASCO niet aan een bepaalde taal gebonden is, voor de gehele Benelux.
- waarbij de rechtbank er, gelet op de omschrijving en specificatie, vanuit gaat dat deze ook het griffierecht omvatten - komen de toe te wijzen proceskosten in totaal op € 66.399,57.
5.De beslissing
1 januari 2017 tot de datum van de opgave van:
- i) alle informatie die Cantina Mexicana bekend is omtrent de herkomst en distributiekanalen van exemplaren van de Verpakking (waaronder begrepen, maar daartoe uitdrukkelijk niet beperkt, de namen en adressen van de betrokken (rechts)personen), gespecificeerd naar type product, en alle daarop betrekking hebbende gegevens (waaronder begrepen, maar daartoe uitdrukkelijk niet beperkt, het aantal geproduceerde, ingekochte en verkochte Verpakkingen en de kost-, inkoop- en verkoopprijzen), alsmede
- ii) de met exemplaren van de Verpakking in de Europese Unie gemaakte netto winst (zijnde de omzet uitsluitend onder aftrek van belasting en directe variabele kosten) en de exacte wijze waarop de winst is berekend en
- iii) de totale hoeveelheid nog bij Cantina Mexicana in voorraad zijnde exemplaren van de Verpakking,