ECLI:NL:RBDHA:2023:3374
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing mvv-aanvraag op basis van duurzame en exclusieve relatie en inburgeringseisen
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door mr. W. Hoebba, een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om bij haar referent te kunnen verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Duren, omdat niet voldaan zou zijn aan de voorwaarden voor een mvv, met name de eis van een duurzame en exclusieve relatie. De staatssecretaris stelde dat de huwelijksakte van eiseres niet gelegaliseerd was en dat er discrepanties waren in de documenten die eiseres had overgelegd. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres op 30 december 2022 behandeld. Eiseres voerde aan dat de staatssecretaris ten onrechte had gesteld dat er geen duurzame en exclusieve relatie was, en dat de huwelijksakte niet gelegaliseerd kon worden vanwege de politieke situatie in Afghanistan. De rechtbank oordeelde echter dat de staatssecretaris terecht had geconcludeerd dat er geen geldige huwelijksakte was en dat de discrepanties in de documenten niet waren opgehelderd. Bovendien was er geen bewijs dat het huwelijk van referent met een andere vrouw was ontbonden.
De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris niet hoefde in te gaan op de vraag of eiseres ontheffing kon krijgen van het inburgeringsexamen, omdat niet aan de voorwaarden voor de mvv was voldaan. De rechtbank oordeelde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de beleidsregels. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, maar de staatssecretaris werd wel veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en proceskosten aan eiseres.