In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 januari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, Co., Ltd., en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had een boete van €48.000,- opgelegd gekregen wegens overtredingen van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De rechtbank heeft het beroep van eiseres gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. De rechtbank oordeelde dat de uitzonderingsbepaling voor incidentele arbeid voldoende duidelijk was en dat eiseres niet kon aantonen dat zij de uitzonderingsbepaling verkeerd had geïnterpreteerd. De rechtbank heeft echter de hoogte van de boete gematigd tot €24.000,-, omdat er sprake was van normale verwijtbaarheid. Eiseres had in de periode van 16 februari 2019 tot en met 9 oktober 2019 zes vreemdelingen zonder vergunning werkzaamheden laten verrichten, wat resulteerde in de opgelegde boete. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder de proceskosten van eiseres moet vergoeden, evenals het door eiseres betaalde griffierecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.