In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 11 januari 2023, maar werd op 16 januari 2023 opgeheven. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft op 23 januari 2023 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als verweerder zich hebben laten vertegenwoordigen door hun gemachtigden.
De rechtbank heeft overwogen dat er vanaf het moment van inbewaringstelling geen zicht was op een overdracht aan Italië, zoals oorspronkelijk bedoeld onder de Dublinverordening. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat verweerder niet kon onderbouwen dat er in februari 2023 wel zicht op overdracht was. Eiser heeft aangevoerd dat de Italiaanse autoriteiten alle Dublinoverdrachten voor januari hebben opgeschort en dat er geen zicht was op overdracht naar Italië. De rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 630,- aan eiser voor de onrechtmatige vrijheidsontneming en heeft tevens de proceskosten van eiser vastgesteld op € 1.674,-. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 februari 2023.