ECLI:NL:RBDHA:2023:3145
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van een boete aan een restaurant wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een restaurantuitbater en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De staatssecretaris had op 22 juli 2020 een boete van 12.000 euro opgelegd aan de uitbater wegens overtreding van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml). Dit besluit volgde op een controle waarbij de uitbater niet de gevraagde loon- en vakantiebijslaggegevens van zijn werknemers kon overleggen. In een later besluit op 17 januari 2022 verklaarde de staatssecretaris de bezwaarschriften van de uitbater ongegrond, waarna de uitbater beroep instelde bij de rechtbank.
De rechtbank heeft op 21 februari 2023 de zaak behandeld, waarbij de uitbater werd bijgestaan door zijn gemachtigde. De rechtbank oordeelde dat de uitbater niet had voldaan aan de vordering om de benodigde documenten te overleggen, ondanks meerdere verzoeken van de staatssecretaris. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde boete evenredig was, aangezien de uitbater voldoende gelegenheid had gekregen om de stukken in te dienen en geen geldige redenen had aangevoerd voor het niet voldoen aan de vordering.
De rechtbank verklaarde het beroep van de uitbater ongegrond en wees een proceskostenvergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 16 maart 2023, en partijen ontvingen een afschrift van de uitspraak. De uitbater heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep aan te tekenen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.