ECLI:NL:RBDHA:2023:3005
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening in het geval van vrees voor vervolging op basis van seksuele geaardheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Guinese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had eerder in Frankrijk een verzoek om internationale bescherming ingediend en de Franse autoriteiten hadden een verzoek om terugname geaccepteerd.
Eiser voerde aan dat hij in Frankrijk niet openhartig kon zijn over zijn homoseksualiteit vanwege de aanwezigheid van familieleden en de grote Guinese gemeenschap die zijn geaardheid niet accepteert. Hij stelde dat hij in Nederland wel veilig kon zijn over zijn seksuele geaardheid en dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met deze omstandigheden. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen niet nakomt en dat hij niet in staat was om zijn claims te onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.