ECLI:NL:RBDHA:2023:3005

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
NL23.2402
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag en verantwoordelijkheid onder de Dublinverordening in het geval van vrees voor vervolging op basis van seksuele geaardheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 6 maart 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Guinese nationaliteit, zijn asielaanvraag had ingediend in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Eiser had eerder in Frankrijk een verzoek om internationale bescherming ingediend en de Franse autoriteiten hadden een verzoek om terugname geaccepteerd.

Eiser voerde aan dat hij in Frankrijk niet openhartig kon zijn over zijn homoseksualiteit vanwege de aanwezigheid van familieleden en de grote Guinese gemeenschap die zijn geaardheid niet accepteert. Hij stelde dat hij in Nederland wel veilig kon zijn over zijn seksuele geaardheid en dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met deze omstandigheden. De rechtbank oordeelde echter dat eiser niet had aangetoond dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen niet nakomt en dat hij niet in staat was om zijn claims te onderbouwen.

De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen een week hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.2402

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. A. Kortrijk),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. R. Hopman).

Procesverloop

Bij besluit van 25 januari 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet in behandeling genomen op de grond dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep, tezamen met de zaak NL23.2403, op 1 maart 2023 op zitting behandeld. Eiser heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiser stelt te zijn geboren op [geboortedatum] 1984 en de Guinese nationaliteit te hebben. Eiser heeft op 13 september 2022 asiel aangevraagd in Nederland.
2. Verweerder heeft eisers asielaanvraag niet in behandeling genomen op grond van artikel 30, eerste lid, van de Vw. Volgens verweerder zijn de autoriteiten van Frankrijk verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiser eerder in Frankrijk een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend. Verweerder heeft een verzoek om terugname gedaan op grond van artikel 18, eerste lid, aanhef en onder d, van de Dublinverordening. [1] Op 21 oktober 2022 hebben de Franse autoriteiten dit verzoek geaccepteerd.
3. Eiser voert daartegen aan dat verweerder ten onrechte zijn asielaanvraag niet in behandeling heeft genomen. Eiser heeft in Frankrijk, vanwege de aanwezigheid van familieleden, tijdens de asielprocedure niet durven te vertellen dat hij homoseksueel is. In Frankrijk woont een grote Guinese gemeenschap die de geaardheid van eiser niet accepteert. Eiser heeft bovendien weinig vertrouwen in de overheid. Ter onderbouwing verwijst eiser naar verscheidene rapporten. [2] In Nederland voelt eiser zich wel veilig om te verklaren over zijn geaardheid. Eiser meent dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met deze omstandigheden, zodat verweerder in het bestreden besluit onvoldoende heeft gemotiveerd waarom geen toepassing wordt gegeven aan artikel 17 van de Dublinverordening.
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Niet in geschil is dat Frankrijk verantwoordelijk is voor de asielaanvraag van eiser. Verweerder mag in beginsel uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten aanzien van Frankrijk en dat het zijn verdragsverplichtingen nakomt. [3] Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat dit in zijn geval niet zo is. Eiser is daarin niet geslaagd.
5. Daargelaten dat eiser niet heeft onderbouwd dat zijn neven in Frankrijk verblijven, dat zij bij zijn asielgehoor aanwezig mochten zijn en dat hij als gevolg daarvan tijdens zijn asielprocedure niet heeft durven vertellen over zijn geaardheid, heeft eiser hiermee niet aannemelijk gemaakt dat Frankrijk zijn verdragsverplichtingen jegens eiser niet nakomt. Bovendien kan eiser zich in geval van voorkomende problemen wenden tot de daartoe aangewezen (hogere) autoriteiten van Frankrijk. Niet gebleken is dat dat voor eiser niet mogelijk is of de autoriteiten van Frankrijk hem niet zouden kunnen of willen helpen. Dat uit de bronnen volgt dat personen uit Guinee weinig vertrouwen hebben in de overheid leidt niet tot een ander oordeel. Verweerder heeft gelet daarop in redelijkheid geen aanleiding hoeven zien om de behandeling van de asielaanvraag van eiser op grond van artikel 17 van de Dublinverordening onverplicht aan zich te trekken
6. Het beroep is ongegrond.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. K.M. de Jager, rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking.

Voetnoten

1.Verordening (EU) nr. 604/2013.
2.Een rapport van US department of State, Annual report Guinee, van 12 april 2022 en Landeninformatie van Vluchtelingenwerk Nederland van 19 mei 2022, Guinee – Bescherming door de autoriteiten algemeen.
3.Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ten aanzien van Frankrijk in haar uitspraak van 21 april 2021 (ECLI:NL:RVS:2021:816) heeft geoordeeld.