ECLI:NL:RBDHA:2023:2662
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van de AIO-aanvulling door de Sociale Verzekeringsbank na nabetaling AOW-pensioen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 maart 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, die een AOW-pensioen ontvangt, en de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de herziening van zijn Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO-aanvulling). De Svb had in een eerder besluit van 25 augustus 2020 de AIO-aanvulling herzien op basis van een nabetaling van het AOW-pensioen over de periode van februari 2015 tot en met mei 2016. Eiser betwistte deze herziening en stelde dat de Svb onvoldoende had gereageerd op zijn bezwaargronden, wat zou leiden tot strijd met het motiveringsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.
De rechtbank oordeelde dat de Svb in redelijkheid gebruik heeft gemaakt van haar bevoegdheid om de AIO-aanvulling te herzien. De rechtbank benadrukte dat de nabetaling van het AOW-pensioen als inkomen moet worden aangemerkt, wat gevolgen heeft voor de hoogte van de AIO-aanvulling. Eiser had onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stellingen over zijn persoonlijke omstandigheden en de rechtbank kon niet ingaan op eerdere procedures die al waren afgerond. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de beslissing van de Svb om de AIO-aanvulling te herzien.
De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser heeft geen recht op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.