Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 februari 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , wonende te [woonplaats] , eiseres(gemachtigde: mr. M.A. Patandin),
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag (het college)
[woonplaats] ,te [woonplaats] , vergunninghouder.
Inleiding
12 november 2019. In het bestreden besluit van 19 januari 2021 op het bezwaar van eiseres heeft het college de verleende vergunning in stand gelaten. Daarbij heeft het college het advies van de Adviescommissie bezwaarschriften gevolgd.
Beoordeling door de rechtbank
5 december 2018 in zes afzonderlijke besluiten op de bezwaren beslist. Tegen twee van deze besluiten is beroep ingesteld; één beroep van de vereniging van eigenaren (VvE) [VvE-naam] en een beroep van eiseres.
.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 19 januari 2021;
- herroept het primaire besluit van 12 november 2019;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
- bepaalt dat het college het door eiseres betaalde griffierecht van € 181,- vergoedt.
28 februari 2023.
uitspraak te ondertekenen.