Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van een Marokkaanse vreemdeling tegen de maatregel van bewaring die op 5 oktober 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring nog steeds voortduurt en dat de kennisgeving van deze voortduring gelijkgesteld kan worden met een door de vreemdeling ingesteld beroep, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 21 februari 2023 gesloten.
De vreemdeling heeft aangevoerd dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure, omdat zijn werkelijke naam niet is doorgegeven aan de Marokkaanse autoriteiten. Hij stelt dat er geen zicht op uitzetting is, aangezien de maatregel van bewaring al meer dan drie maanden voortduurt zonder dat hij persoonlijk is gepresenteerd. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn dat de staatssecretaris onvoldoende voortvarend heeft gehandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat er meerdere vertrekgesprekken hebben plaatsgevonden en dat de staatssecretaris in afwachting is van een antwoord van de Marokkaanse autoriteiten op de aanvraag voor een laissez-passer.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen reden is om aan te nemen dat er geen zicht op uitzetting bestaat en dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet onrechtmatig is. Het beroep van de vreemdeling is ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, en openbaar gemaakt op 6 maart 2023.