ECLI:NL:RBDHA:2023:2516
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om vergoeding van reiskosten na opgeheven bewaring in vreemdelingenrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 januari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van reiskosten na de opheffing van de maatregel van bewaring van eiseres. De maatregel was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 december 2022. Eiseres had beroep ingesteld tegen dit besluit, dat tevens werd aangemerkt als een verzoek om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 2 januari 2023 was eiseres aanwezig, maar haar gemachtigde was niet verschenen. De rechtbank heeft de behandeling van het beroep aangehouden, maar op dezelfde dag heeft verweerder de maatregel van bewaring opgeheven en een schadevergoeding van € 1.460,- en een proceskostenvergoeding van € 837,- aangeboden aan eiseres. Op 5 januari 2023 heeft de gemachtigde van eiseres het beroep ingetrokken en verzocht om vergoeding van € 16,50 voor gemaakte reiskosten voor het bezoeken van eiseres in het Detentiecentrum te Zeist op 2 januari 2023. De rechtbank heeft in haar overwegingen uiteengezet dat de door verweerder aangeboden proceskosten gelijk zijn aan het forfaitaire bedrag dat in het Besluit proceskosten bestuursrecht is genoemd. Daarnaast is vastgesteld dat reiskosten voor het bezoeken van een cliënt volgens vaste rechtspraak geacht worden inbegrepen te zijn in de forfaitaire vergoeding. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om de gevraagde vergoeding toe te kennen en heeft het verzoek afgewezen.