Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen
[Naam 1], eiser 1, V-nummer: [Nummer 1]
[Naam 3]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 februari 2023 uitspraak gedaan in vijf afzonderlijke zaken met betrekking tot asielaanvragen van eisers. De eisers, die met onbekende bestemming zijn vertrokken, hadden beroep ingesteld tegen de besluiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die hun aanvragen om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de verlengde procedure had afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers niet zijn verschenen op de zitting en dat hun gemachtigde ook niet aanwezig was, ondanks een voorafgaand bericht. De staatssecretaris heeft ter zitting verklaard dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers heeft gemeld dat de eisers met onbekende bestemming zijn vertrokken uit de opvang en dat zij niet zijn verschenen bij de Dienst Terugkeer & Vertrek voor hun vertrekgesprekken. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve de ontvankelijkheid van de beroepen beoordeeld en geconcludeerd dat de eisers geen prijs meer stellen op de door hen aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland. Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank de beroepen niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.F. Bethlehem, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.