ECLI:NL:RBDHA:2023:2289
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens gebrek aan procesbelang na vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 februari 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser had op 10 januari 2023 een asielaanvraag ingediend, welke door de staatssecretaris als kennelijk ongegrond werd afgewezen. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, maar zijn gemachtigde heeft de rechtbank laten weten dat hij geen contact heeft kunnen krijgen met eiser en daarom niet ter zitting zal verschijnen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken, wat betekent dat hij geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. Dit is in lijn met de rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat een vreemdeling die met onbekende bestemming vertrekt, in beginsel geen prijs meer stelt op de door hem gezochte bescherming in Nederland. De rechtbank concludeert dat eiser op 18 januari 2023 zijn woonruimte heeft verlaten en dat er geen bewijs is dat hij zich opnieuw heeft gemeld bij het Centraal orgaan opvang Asielzoekers.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk, wat betekent dat de staatssecretaris niet verplicht is om de proceskosten van eiser te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door rechter J.Y.B. Jansen en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.