ECLI:NL:RBDHA:2023:2239
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor parkeren van vervoerseenheden met vloeibare gevaarlijke stoffen in tankwagens; relativiteitsvereiste en milieubescherming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil over een omgevingsvergunning die is verleend aan [bedrijfsnaam] B.V. voor het aanleggen en gebruiken van een parkeerterrein voor het parkeren van vervoerseenheden met vloeibare gevaarlijke stoffen. Eisers, bewoners van de nabijgelegen woonwijken, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Gouda, waarin de vergunning werd verleend. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet binnen het invloedsgebied van de inrichting wonen, zoals gedefinieerd door de relevante milieunormen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) en de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). Hierdoor zijn de beroepsgronden van eisers, die zich richtten op externe veiligheid, niet ontvankelijk verklaard op basis van het relativiteitsvereiste van artikel 8:69a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft geconcludeerd dat de normen van het Bevi en de Revi niet strekken tot bescherming van de belangen van eisers, aangezien zij op een afstand van circa 70 meter van de inrichting wonen en geen eigendommen binnen het invloedsgebied hebben. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.