ECLI:NL:RBDHA:2023:22120
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser tegen het niet-tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had zijn asielaanvraag op 30 augustus 2022 ingediend, maar de Staatssecretaris had niet binnen de wettelijk vereiste termijn beslist. Eiser stelde dat de beslistermijn niet geldig was verlengd door de WBV 2022/22, die op 27 september 2022 in werking trad en de beslistermijnen met negen maanden verlengde. De rechtbank oordeelde echter dat de WBV 2022/22 van toepassing was op de aanvraag van eiser, waardoor de beslistermijn inderdaad was verlengd tot 30 november 2023. Eiser had zijn ingebrekestelling op 24 augustus 2023 ingediend, maar deze was te vroeg, omdat de verlengde termijn nog niet was verstreken. Hierdoor was niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van niet-tijdig beslissen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser niet-ontvankelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. M.C. Verra en bekendgemaakt op 30 november 2023.