ECLI:NL:RBDHA:2023:22107
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-tijdig beslissen op asielaanvraag en ontvankelijkheid van het beroep
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder behandeling op een zitting. Eiser heeft zijn asielaanvraag op 2 februari 2023 ingediend, en volgens de geldende wetgeving, specifiek WBV 2022/22 en WBV 2023/3, is de beslistermijn met negen maanden verlengd. Dit betekent dat de Staatssecretaris uiterlijk op 2 mei 2024 op de aanvraag moet beslissen.
Eiser betwist de rechtsgeldigheid van de verlenging van de beslistermijn en stelt dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn geldig is en dat de ingebrekestelling van eiser te vroeg is ingediend. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door verweerder, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka en is openbaar gemaakt op 27 december 2023.