ECLI:NL:RBDHA:2023:21958
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens premature ingebrekestelling in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiser, een asielzoeker, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als verweerder. Eiser had op 12 oktober 2022 een asielaanvraag ingediend, waarop verweerder niet tijdig had beslist. Eiser heeft op 8 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar een eerdere uitspraak van 20 april 2023, waarin werd geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn voor asielaanvragen rechtsgeldig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn voor de asielaanvraag van eiser was verlengd tot 12 januari 2024, op basis van een besluit van verweerder van 21 september 2022.
Eiser heeft verweerder op 18 juli 2023 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, aangezien de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor kon eiser geen beroep instellen wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.