ECLI:NL:RBDHA:2023:21853
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in grensoverschrijdende rechtsbijstand en verzet tegen niet-ontvankelijkheid
Op 29 september 2023 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een verzetzaak van een opposant die verzocht om een Spaanse vertaling van zijn bezwaarschrift. De opposant had eerder bezwaar gemaakt tegen een brief van verweerder, waarin werd medegedeeld dat de verzochte werkzaamheden niet zouden worden verricht. De rechtbank had in een eerdere uitspraak op 1 juni 2023 het beroep van de opposant niet-ontvankelijk verklaard, omdat de mededeling van verweerder geen besluit was. De opposant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij aanvoerde dat de rechtbank Den Haag onbevoegd was, aangezien hij in Deventer woont en de rechtbank Gelderland bevoegd zou zijn.
De rechtbank heeft in deze verzetzaak geoordeeld dat de eerdere uitspraak terecht was en dat de rechtbank Den Haag bevoegd is om zaken over grensoverschrijdende rechtsbijstand te behandelen. De rechtbank heeft verwezen naar eerdere uitspraken die bevestigen dat zij bevoegd is in dergelijke zaken, ondanks de woonplaats van de opposant. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat de uitspraak van 1 juni 2023 in stand blijft. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.