ECLI:NL:RBDHA:2023:21720
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag en rechtsgeldigheid van beslistermijnen
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. B.J.P.M. Ficq, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat er niet tijdig is beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiser heeft betoogd dat de beslistermijnen, zoals vastgesteld in WBV 2022/22 en WBV 2023/3, niet geldig zijn verlengd en dat hij verweerder niet prematuur in gebreke heeft gesteld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de beslistermijn van de asielaanvraag van eiser, ingediend op 29 januari 2023, onder de verlenging valt en dat verweerder uiterlijk op 29 april 2024 moet beslissen. De ingebrekestelling van eiser op 5 september 2023 was te vroeg, waardoor niet is voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van beroep wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A. Skerka en bekendgemaakt op 20 december 2023.