In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres, een Congolese vreemdeling, tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had op 21 juli 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd op 16 augustus 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening op 21 september 2023. Eiseres stelt dat zij bedreigd is door een man die betrokken is bij orgaanhandel en dat zij onterecht als Angolese nationaliteit is geregistreerd, terwijl zij Congolees is. De rechtbank oordeelt dat verweerder terecht heeft geoordeeld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar Congolese nationaliteit en dat de gestelde bedreigingen niet geloofwaardig zijn. De rechtbank concludeert dat verweerder op goede gronden heeft kunnen afwijzen en dat het beroep ongegrond is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, en eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.