ECLI:NL:RBDHA:2023:21498
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Ongeldigverklaring rijbewijs wegens alcoholmisbruik en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 24 november 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van de verzoeker behandeld. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen de ongeldigverklaring van zijn rijbewijs door de algemeen directeur van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, die dit besluit op 7 september 2023 had genomen naar aanleiding van een alcoholmeting van 1,346‰ op 26 maart 2023. De verzoeker, die werkzaam is als vrachtwagenchauffeur, stelt dat er geen sprake is van alcoholmisbruik en dat de ongeldigverklaring onterecht is. Hij betwist de bevindingen van het psychiatrisch rapport dat aan de ongeldigverklaring ten grondslag ligt, en stelt dat er gebreken in het rapport zijn die de conclusie van alcoholmisbruik niet kunnen onderbouwen.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de diagnose alcoholmisbruik in ruime zin, zoals vastgesteld door de keurend psychiater, voldoende onderbouwd is. De voorzieningenrechter benadrukt dat de diagnose niet alleen op basis van de anamnese en het hoge ademalcoholgehalte kan worden gesteld, maar dat er meerdere aanwijzingen voor alcoholproblemen aanwezig moeten zijn. De verzoeker heeft niet aangetoond dat de keurend psychiater hem verkeerd heeft begrepen of dat het rapport gebreken vertoont die de ongeldigverklaring onterecht maken.
Uiteindelijk komt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het algemeen belang van verkeersveiligheid zwaarder weegt dan de persoonlijke belangen van de verzoeker. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, waardoor de ongeldigverklaring van het rijbewijs van de verzoeker in stand blijft. De voorzieningenrechter wijst erop dat er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht of proceskosten.