In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. H.M. Schurink-Smit, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) voor nareis asiel ten behoeve van haar echtgenoot. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit door de verweerder is overschreden en dat eiseres rechtsgeldig in gebreke heeft gesteld. Hierdoor was het beroep ontvankelijk en gegrond.
De rechtbank heeft besloten dat de verweerder binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen op de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft ook recht op een vergoeding van de proceskosten, die door de verweerder moet worden betaald. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op € 209,25, en daarnaast moet de verweerder het griffierecht van € 184,- vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf en is openbaar gemaakt op 21 september 2023. De rechtbank heeft de beslissing genomen zonder een zitting te houden, omdat partijen daarmee instemden. De rechtbank heeft in haar overwegingen ook verwezen naar relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en eerdere uitspraken ter onderbouwing van haar beslissing.