ECLI:NL:RBDHA:2023:21450
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake asielaanvraag door niet tijdig beslissen van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. Thelosen, beroep ingesteld tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen geen zitting nodig achtten en het onderzoek heeft gesloten zonder verdere behandeling. Eiseres heeft haar asielaanvraag op 1 september 2022 ingediend, en volgens de nieuwe regelgeving, WBV 2022/22, zijn de beslistermijnen voor asielaanvragen met negen maanden verlengd. Eiseres betwistte de geldigheid van deze verlenging en stelde dat de ingebrekestelling die zij op 3 maart 2023 indiende, niet prematuur was. De rechtbank oordeelde echter dat de ingebrekestelling te vroeg was ingediend, omdat de verlengde beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor was het beroep niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. M.C. Verra en bekendgemaakt op 12 mei 2023.