ECLI:NL:RBDHA:2023:21377
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag door Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over het beroep van eiser, een Griekse statushouder, tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op 15 maart 2022. De Staatssecretaris heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag, wat heeft geleid tot het indienen van een beroep door eiser. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris op 7 september 2022 heeft aangegeven dat de beslistermijn met maximaal negen maanden verlengd zou worden, met een uiterste beslisdatum van 13 juni 2023. Eiser heeft op 10 mei 2023 een ingebrekestelling ingediend, maar de rechtbank oordeelt dat deze prematuur was, aangezien de termijn om te beslissen nog niet was verstreken. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor het indienen van een beroep op grond van het niet tijdig beslissen door de Staatssecretaris. De rechtbank heeft daarom het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is gedaan door rechter mr. A. Skerka en is openbaar gemaakt op 10 augustus 2023.