Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 december 2023 in de zaak tussen
[bedrijfsnaam] ,
het college van burgemeester en wethouders van [gemeente] , verweerder
[naam 1]en
[naam 2], uit [plaatsnaam] (vergunninghouders)
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eisers tegen de verleende omgevingsvergunning aan vergunninghouders voor het afwijken van het bestemmingsplan voor het bedrijfsmatig gebruik van het buitenterrein en het legaliseren van bestaande terreinverharding. De rechtbank behandelt het beroep op 7 november 2023, waarbij eisers aanwezig zijn en de verweerder vertegenwoordigd wordt door verschillende juristen en vergunningverleners. De rechtbank concludeert dat de omgevingsvergunning terecht is verleend, ondanks de lopende beroepsprocedures met betrekking tot andere vergunningen die verband houden met het gebruik van de percelen.
De rechtbank overweegt dat de verleende vergunning niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening, ook al past het bedrijfsmatig gebruik niet binnen de bestemming van de gronden. De rechtbank stelt vast dat verweerder de bevoegdheid heeft om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen, mits er een goede ruimtelijke onderbouwing is. De rechtbank oordeelt dat de motivering van verweerder voldoende is en dat de belangen van de betrokken partijen goed zijn afgewogen.
Eisers betogen dat de vergunning ten onrechte is verleend, omdat er al andere procedures lopen die betrekking hebben op de percelen. De rechtbank wijst dit betoog af, omdat de activiteiten los van elkaar staan en er geen evidente privaatrechtelijke belemmeringen zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de verleende omgevingsvergunning, waarbij het griffierecht niet wordt teruggegeven aan eisers.