Uitspraak
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Inleiding
Conclusie
.Dit betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen recht heeft op een verblijfsdocument. De rechtbank legt dit hieronder uit.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 15 november 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een man van Algerijnse afkomst, eiser, en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder. Eiser had op 1 september 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument om bij zijn zoon in Nederland te kunnen verblijven. De IND heeft deze aanvraag op 28 september 2022 afgewezen, en ook het bezwaar van eiser op 8 maart 2023 werd afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij zijn beroepsprocedure in Nederland kon afwachten.
De rechtbank heeft op 1 november 2023 de zaak behandeld. Eiser stelde dat hij aan de vereisten voor een verblijfsdocument voldeed, maar de IND oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd dat hij zijn zoon verzorgde en opvoedde, en dat er geen afhankelijkheidsrelatie was. De rechtbank oordeelde dat eiser niet voldeed aan de vier vereisten voor het verkrijgen van een verblijfsdocument, waaronder het aantonen van zorg- en opvoedingstaken. Eiser had onvoldoende bewijsstukken ingediend om zijn claims te onderbouwen, en de rechtbank concludeerde dat de IND de aanvraag terecht had afgewezen.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. Eiser kreeg geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Raad van State.