ECLI:NL:RBDHA:2023:21288
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag van een Afghaanse eiser met betrekking tot terugkeer naar Afghanistan na de machtsovername door de Taliban
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, op 22 december 2023, wordt het beroep van een Afghaanse eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die op 30 september 2021 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel indiende, kreeg op 30 maart 2023 te horen dat zijn aanvraag ongegrond was verklaard. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft onderbouwd waarom de westerse levensstijl van eiser, in combinatie met zijn gebrekkige beheersing van de Dari-taal, niet als een moeilijk te veranderen kenmerk kan worden aangemerkt. Dit zou kunnen leiden tot problemen bij terugkeer naar Afghanistan, waar de Taliban aan de macht is.
De rechtbank stelt vast dat er geen duidelijke informatie is over de behandeling van Afghanen die lange tijd in het Westen hebben verbleven en terugkeren. Eiser vreest dat hij vanwege zijn Tadzjiekse etniciteit en zijn verwestering problemen zal ondervinden bij terugkeer. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag niet voldoende gemotiveerd is en vernietigt het besluit van verweerder. De rechtbank draagt verweerder op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.674,-.
De rechtbank benadrukt dat de situatie in Afghanistan sinds de machtsovername door de Taliban is veranderd en dat de veiligheidssituatie niet eenduidig is. De rechtbank oordeelt dat de beroepsgrond van eiser slaagt, omdat verweerder niet voldoende heeft aangetoond dat eiser veilig kan terugkeren naar Afghanistan zonder risico op vervolging of onmenselijke behandeling.