Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiseres], eiseres
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Hierdoor wordt niet aangenomen dat betrokkene het voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een onherstelbaar verbroken gezinsverband. Er mag daarom redelijkerwijs van betrokkene worden verwacht hiernaar terug te keren om te pogen dit te herstellen.” In het bestreden besluit (pagina 7) heeft verweerder hierover (onder meer) het volgende vermeld: “
Nu betrokkene naast haar vader en stiefmoeder, ook nog een broer en zussen heeft, kan van betrokkene verwacht worden dat ze bij terugkeer de familieband herstelt met haar vader en stiefmoeder.”
Voordat ik eten begon te koken kwam ik laat van werk thuis. Terwijl ik bezig was met het koken van eten, duwde zij mij naar waar het vuur was. Ik ben toen verbrand.” (pagina 6 rapport nader gehoor)
Op een dag moest ik eigenlijk bij een gezin veel kleding wassen, daardoor kwam ik laat. Toen heeft ze mij mishandeld. Ook hier. Ik was verwond. [Opmerking rapporteur: betrokkene wijst naar de bovenkant van haar hoofd.] […] Ik had heel veel bloedingen. Er was een grote snee op mijn hoofd. Ik was toen ook flauwgevallen. Toen ik bewust werd, ging ik naar een buurvrouw. Zij heeft mij naar een apotheek gebracht. Ze hebben toen mijn hoofd gehecht en de bloeding gestopt. Ik wilde toen weg van haar, maar die vrouw heeft mij gezegd: ‘Nee, als je weggaat dan gaan ze jou opzoeken. Je hebt nog zusjes en een broertje. Ga terug. Ik adviseer je om terug te gaan’. Ik ben teruggegaan.” (pagina 6 rapport nader gehoor)
Ik haat haar. Ik haat haar. Ze sloeg mij altijd. […] Ze vernederde mij. Ze sloeg mij. De andere kinderen gingen naar school. Ze heeft mij nooit één dag blij gemaakt.” (pagina 7 van het rapport nader gehoor)