ECLI:NL:RBDHA:2023:21242
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag en verzoek om voorlopige voorziening
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel. De voorzieningenrechter behandelt tevens het verzoek om een voorlopige voorziening van eiser. Verweerder heeft de asielaanvraag met het bestreden besluit van 27 juni 2023 niet in behandeling genomen. De rechtbank houdt in deze zaak geen zitting, omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Eiser, die stelt de Moldavische nationaliteit te hebben, heeft met onbekende bestemming de locatie verlaten zonder de verweerder te informeren over zijn verblijfplaats. Dit leidt de rechtbank tot de conclusie dat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. De rechtbank concludeert dat het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk zijn. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van A.E. Wadman, griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op 10 november 2023.