Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een Egyptische asielzoeker (eiser) en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (verweerder). Eiser had op 1 december 2023 een terugkeerbesluit en een inreisverbod voor twee jaar opgelegd gekregen, en werd op dezelfde dag in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen deze maatregelen, waarbij hij ook een verzoek om schadevergoeding indiende. De rechtbank heeft de zaak op 11 december 2023 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft beoordeeld of het terugkeerbesluit, het inreisverbod en de bewaring rechtmatig waren. Eiser stelde dat hij de Egyptische nationaliteit heeft en dat hij in Italië asiel had aangevraagd, wat volgens hem concrete aanknopingspunten bood voor de toepassing van de Dublinverordening. De rechtbank concludeerde echter dat er geen bewijs was dat eiser in Italië asiel had aangevraagd, en dat de staatssecretaris hem niet hoefde te informeren over de gevolgen van de intrekking van zijn asielaanvraag. Eiser had ook geen beroepsgronden tegen het inreisverbod ingediend.
De rechtbank oordeelde verder dat de staatssecretaris voldoende had gemotiveerd dat er geen lichter middel dan bewaring kon worden toegepast, en dat de staatssecretaris zijn onderzoeksplicht had nageleefd. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring rechtmatig was en dat de beroepen tegen het terugkeerbesluit, het inreisverbod en de maatregel van bewaring ongegrond waren. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 18 december 2023.