In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, een Somalische nationaliteit, heeft op 30 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel ingediend, welke op 15 september 2023 door de staatssecretaris als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 18 oktober 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als zijn gemachtigde en de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom eiser in Mogadishu geen reëel risico op ernstige schade loopt en waarom van hem verwacht mag worden dat hij zich daar vestigt. Eiser heeft ondervonden dat hij door Al-Shabaab is bedreigd en heeft ondergedoken gezeten bij zijn oom in Mogadishu. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet voldoende heeft aangetoond dat Mogadishu een veilig vestigingsalternatief is voor eiser, gezien de omstandigheden waaronder hij daar verbleef en de dreiging van Al-Shabaab.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met deze uitspraak. Tevens krijgt eiser een vergoeding voor zijn proceskosten vastgesteld op € 1.674,-.