Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , V-nummer: [V-nummer 1] mede namens haar minderjarige kinderen
[kind 3], V-nummers: [V-nummer 2] , [V-nummer 3] en [V-nummer 4] .
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag op 12 oktober 2023 niet in behandeling genomen, omdat België volgens hem verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 7 november 2023 behandeld, maar eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig.
De rechtbank heeft ambtshalve de vraag beantwoord of eiseres procesbelang heeft bij het beroep. Uit het dossier blijkt dat eiseres op 18 september 2023 met onbekende bestemming (MOB) is vertrokken. De gemachtigde van eiseres heeft aangegeven geen contact meer met haar te hebben en verzocht de zaak op de stukken af te doen. De rechtbank concludeert dat eiseres geen prijs meer stelt op de door haar aanvankelijk gezochte bescherming in Nederland, aangezien zij niet ter zitting is verschenen en haar verblijfplaats onbekend is.
De rechtbank oordeelt dat eiseres geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij een beoordeling van de rechtmatigheid van het bestreden besluit. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. L.A. Banga, rechter, in aanwezigheid van mr. S.J. Valk, griffier, en is op 22 november 2023 openbaar gemaakt.