Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V nummer]
Inleiding
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de vreemdelingenbewaring van een Spaanse eiser. De eiser, geboren in 1978, was op 17 november 2023 in vreemdelingenbewaring gesteld op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser was het niet eens met deze maatregel en heeft beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 4 december 2023 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er een tolk ingeschakeld. De rechtbank beoordeelde of de bewaring rechtmatig was, waarbij werd vastgesteld dat het gehoor voorafgaand aan de bewaring was afgebroken omdat eiser onder invloed van drugs was en niet gehoord kon worden. De rechtbank concludeerde dat verweerder zich voldoende had ingespannen om kennis te verzamelen over de belangen van eiser, ondanks het feit dat hij niet gehoord was. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de bewaring niet waren betwist en dat de motivering van verweerder voldoende was om de maatregel te rechtvaardigen. Eiser voerde aan dat verweerder onvoldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder adequaat had gehandeld door een aanvraag voor een laissez-passer in te dienen bij de Spaanse autoriteiten. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.