ECLI:NL:RBDHA:2023:20877
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenrecht - VK Regulier – schijnhuwelijk - gegrond
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een Surinaamse vrouw, en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsdocument op basis van een afgeleid verblijfsrecht als partner van een Italiaanse referent. De aanvraag werd door de Staatssecretaris afgewezen, omdat er twijfels bestonden over de oprechtheid van de relatie, die door de Staatssecretaris als een schijnhuwelijk werd gekwalificeerd. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 31 mei 2023 behandeld en na het sluiten van het onderzoek op 3 juli 2023 heropend om partijen te laten reageren op een relevante uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de relatie als schijnrelatie moet worden aangemerkt. Hoewel er twijfels zijn over de oprechtheid van de relatie, zijn de verklaringen van eiseres en referent onvoldoende om te concluderen dat er sprake is van bedrog of misleiding. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de aanvraag tot afgifte van het verblijfsdocument op goede gronden is geweigerd.
De rechtbank wijst eiseres en referent op het belang van objectief bewijs voor een eventuele vervolgaanvraag, zoals medische informatie over de psychische toestand van referent en bewijs van hun relatie. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige afweging van alle omstandigheden in zaken die betrekking hebben op verblijfsrecht en de beoordeling van de oprechtheid van relaties.