In deze zaak hebben eisers, [naam 1] en [naam 2], beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op hun asielaanvragen, ingediend op 11 mei 2022. De rechtbank, zittende in Middelburg, heeft op 28 december 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in gebreke is gebleven, aangezien de wettelijke beslistermijn van zes maanden, verlengd met negen maanden, op 11 augustus 2023 is verstreken zonder dat er een besluit is genomen. Eisers hebben de staatssecretaris op 15 augustus 2023 rechtsgeldig in gebreke gesteld, waarna meer dan twee weken zijn verstreken voordat zij beroep hebben ingesteld. De rechtbank concludeert dat de beroepen gegrond zijn en het niet tijdig nemen van besluiten wordt vernietigd.
De rechtbank draagt de staatssecretaris op om binnen acht weken na verzending van de uitspraak alsnog besluiten te nemen op de asielaanvragen van eisers. Tevens wordt er een dwangsom opgelegd van € 100 per dag voor elke dag dat de staatssecretaris in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500. De rechtbank veroordeelt de staatssecretaris ook in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.E. van de Merbel, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.