ECLI:NL:RBDHA:2023:2026
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Verantwoordelijkheid Litouwen en interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Iraakse nationaliteit hebbende man, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, als verweerder, heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Litouwen verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij in Litouwen in detentie is mishandeld en dat hij daar geen rechtsbijstand of medische voorzieningen heeft gehad. Hij vreest voor indirect refoulement, omdat hij al een terugkeerbesluit naar Irak heeft ontvangen. De rechtbank heeft de zaak op 15 februari 2023 behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank overweegt dat het aan eiser is om aan te tonen dat Litouwen niet voldoet aan zijn verdragsverplichtingen. De rechtbank oordeelt dat eiser hierin niet is geslaagd. De overgelegde rapporten van Amnesty International en Medecins Sans Frontieres bieden geen voldoende onderbouwing voor de stelling dat eiser in Litouwen in een situatie van materiële deprivatie terechtkomt. De rechtbank stelt vast dat Litouwen met het claimakkoord heeft gegarandeerd de asielaanvraag van eiser in behandeling te nemen. De persoonlijke ervaringen van eiser en de uitspraak van het Duitse Verwaltungsgericht Hannover worden niet als voldoende bewijs gezien om het interstatelijk vertrouwensbeginsel te schenden. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag van eiser terecht niet door de Nederlandse autoriteiten is behandeld en verklaart het beroep ongegrond. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.