Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
VEGA INTERNATIONAL CAR-TRANSPORT AND LOGISTIC-TRADING GESELLSCHAFT M.B.H., te Salzburg (Oostenrijk),
VEGA INTERNATIONAL CAR-TRANSPORT GMBH, te Ulm (Duitsland),
1.De procedure
- de dagvaarding van 11 oktober 2022, met producties 1 tot en met 35,
- de conclusie van antwoord,
- het tussenvonnis van 5 juli 2023, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
- de akte overlegging producties van de Staat, met producties 1 tot en met 9.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Is VEGA ontvankelijk in al haar vorderingen?
bij de inschrijving van motorvoertuigenzijn afgegeven. Zo bepaalt artikel 4 van de Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (hierna: ‘de Kentekenbewijzenrichtlijn’) dat lidstaten het door een andere lidstaat afgegeven kentekenbewijs erkennen voor de identificatie van het voertuig in het wegverkeer en voor de nieuwe inschrijving ervan in een andere lidstaat. Ook het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer, Wenen van 8 november 1968 [4] (hierna: ‘het Verdrag’) – waarvan artikel 37 lid 1 onder b van de WVW 1994 de implementatie vormt – neemt de inschrijving van een voertuig met een daaraan gekoppeld kentekenbewijs als grondslag voor de internationale wederzijdse erkenning en het toestaan van het gebruik van die voertuigen op de weg.
handelaarskentekens, die niet aan een (ingeschreven) voertuig zijn gekoppeld. Het ontbreken van een gemeenschappelijke regeling op dit gebied betekent, volgens vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: ‘het HvJEU’), dat de individuele lidstaten bij uitsluiting bevoegd zijn om zelf voorschriften te stellen voor de erkenning en de toelating van handelaarskentekens op hun grondgebied. Wel moeten de lidstaten bij de uitoefening van die bevoegdheid de in het WVEU opgenomen fundamentele vrijheden eerbiedigen, waaronder dus ook het vrije verkeer van goederen, zoals beschermd door de artikelen 34 en 35 WVEU. [5]
Oostenrijk/Duitsland), punten 120 tot en met 122, en C-110/05 (
Commissie/Italië), punten 56 tot en met 58. [6]
- ofwel over te brengen voertuigen om Nederland heen te rijden, met langere transporttijden en extra kosten tot gevolg;
- ofwel de voertuigen op een oplegger te vervoeren (‘truck-on-truck’), wat complexer, duurder en trager is dan vervoer op eigen wielen,
- ofwel elk van de voertuigen enkel voor het vervoer in of door Nederland in een andere lidstaat te registreren, wat meer administratie vraagt en eveneens extra kosten met zich brengt.
Automatic Number Plate Recognition(ANPR) systeem. Een speciale camera met ANPR-techniek leest kentekens van voorbijrijdende voertuigen en vergelijkt die met kentekens uit een achterliggend databestand. Bij kentekens uit andere lidstaten maakt de Staat hiervoor gebruik van de Europese softwaretoepassing EUCARIS (
European Vehicle and Driving Licence Information System). Bij voertuiggeregistreerde kentekens kunnen via EUCARIS details worden gevonden over het merk en type voertuig, het bouwjaar en bepaalde technische gegevens (onder andere de voertuigcategorie), alsook gegevens over de eigenaar van het voertuig. Dit is anders bij buitenlandse handelaarskentekens. De Staat heeft met een voorbeelduitdraai uit EUCARIS laten zien – en voldoende onderbouwd – dat bij een zoektocht op een (Duits) handelaarskenteken geen gegevens kunnen worden gevonden over het bij dat kenteken behorende voertuig of de eigenaar van dat voertuig. Wel is de houder van het kenteken te zien (in VEGA’s geval: VEGA).
Cross Order EnforcementRichtlijn (EU) 2015/413 [11] met betrekking tot de preventie en handhaving van verkeersveiligheid gerelateerde verkeersovertredingen (hierna ook: ‘de CBE-richtlijn’), die tot doel heeft verkeersregels binnen de EU effectiever te handhaven door de toepassing van sancties te vergemakkelijken, ongeacht de lidstaat waar het voertuig is ingeschreven. In artikel 4 van de CBE-richtlijn is bepaald dat de lidstaten voor onderzoek naar verkeersveiligheidsgerelateerde overtredingen (automatisch) gegevens met betrekking tot voertuigen en gegevens met betrekking tot de eigenaar of houder van het voertuig uit elkaars kentekenregisters moeten kunnen opvragen. Als sprake is van een buitenlands geregistreerd kenteken worden die gegevens door de Staat uit EUCARIS gehaald en worden boetes opgelegd aan de kentekenhouder conform de CBE-richtlijn. Buitenlandse handelaarskentekens zijn niet (voertuig)geregistreerd, waardoor de handhaving bij voertuigen met een handelaarskenteken minder goed mogelijk is, zeker wanneer de overtredingen met automatische nummerplaatherkenning (ANPR) zijn geconstateerd en geautomatiseerd worden verwerkt, zoals snelheidsovertredingen en rijden door rood licht. Het ANPR-systeem kan niet zomaar worden toegepast op buitenlandse handelaarskentekens en, voor zover dit al zou kunnen, heeft de Nederlandse politie moeten constateren dat de aanlevering van gegevens in EUCARIS over houders van handelaarskentekens vanuit andere lidstaten zeer verschillend en vergaand incompleet is: sommige landen leveren wel (wat) gegevens over de verantwoordelijke, andere helemaal niets. Het is dus bij buitenlandse handelaarskentekens – in strijd met het doel van de CBE-richtlijn – veel lastiger om (automatisch) onderzoek te doen naar verkeersovertredingen en daarvoor boetes te innen, aldus – nog steeds – de Staat.
€ 173,-(plus de evt. verhoging zoals genoemd in de beslissing)