ECLI:NL:RBDHA:2023:20080

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
NL23.33341
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag Somalië op basis van taalanalyse

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2023 uitspraak gedaan in een asielzaak waarbij eiseres, een Somalische vrouw, haar asielaanvraag had ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had de aanvraag op 13 oktober 2023 afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiseres stelde dat zij afkomstig was uit Zuid-Somalië, maar de staatssecretaris achtte deze herkomst ongeloofwaardig op basis van een taalanalyse uitgevoerd door TOELT. Deze analyse concludeerde dat het Somalisch van eiseres niet overeenkwam met het dialect dat in haar gestelde herkomstgebied gesproken wordt, maar met dat van Noord-Somalië.

Tijdens de zitting op 24 november 2023 heeft eiseres betoogd dat taalanalyses voor Somalische asielzoekers in het algemeen onbetrouwbaar zijn en dat de taalanalyse in haar geval onzorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank oordeelde echter dat de taalanalyse zorgvuldig was uitgevoerd en dat de conclusies van TOELT voldoende onderbouwd waren. Eiseres had geen contra-expertise laten uitvoeren en de rechtbank vond geen reden om te twijfelen aan de bevindingen van TOELT.

De rechtbank concludeerde dat de staatssecretaris terecht had geoordeeld dat de herkomst van eiseres ongeloofwaardig was en dat er geen grond was voor een inhoudelijke beoordeling van haar asielmotieven. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de beslissing van de staatssecretaris om eiseres onmiddellijk Nederland te laten verlaten. De uitspraak werd openbaar gemaakt en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.33341

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nr.]
(gemachtigde: mr. D.S. Harhangi-Asarfi),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. E. de Bonth).

Procesverloop

Bij besluit van 13 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 24 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van verweerder. Als tolk was aanwezig O. Ilmi.

Overwegingen

1. Eiseres stelt te zijn geboren op [geboortedatum] en de Somalische nationaliteit te hebben. Op 29 juli 2021 heeft zij een asielaanvraag in Nederland ingediend.
2. Verweerder heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. [1] Eiseres stelt dat zij uit Zuid-Somalië, Mogadishu, afkomstig is, maar de gestelde herkomst wordt door verweerder ongeloofwaardig geacht. Verweerder baseert zich daarbij op een door TOELT [2] opgesteld rapport taalanalyse van 22 juni 2023. Uit dit rapport volgt dat het Somalisch van eiseres eenduidig niet te herleiden tot het Somalisch dat wordt gesproken in Mogadishu of enig ander deel van Zuid-Somalië. Het Somalisch van eiseres komt volgens TOELT overeen met het Somalisch dat in Noord-Somalië (Somaliland) gangbaar is. Het asielrelaas van eiseres wordt niet inhoudelijk beoordeeld, nu haar asielmotieven slechts betekenis hebben tegen de achtergrond van haar herkomst.
3. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit en voert daartegen het volgende aan. Taalanalyses voor Somalische zaken zijn in het algemeen geen betrouwbaar instrument. [3] Ten aanzien van Somalië ontbreekt namelijk recent wetenschappelijk onderzoek naar het taalgebruik in bepaalde gebieden. TOELT verwijst in zijn rapport naar literatuur uit 2021, maar bij raadpleging van die literatuur is het niet duidelijk of de conclusies uit de literatuur zijn gebaseerd op recent uitgevoerd veldwerk. Ook is niet gebleken op welke wijze TOELT de literatuur bij zijn beoordeling heeft betrokken. Verder is de taalanalyse onzorgvuldig tot stand gekomen. Verweerder had TOELT er namelijk op moeten wijzen dat eiseres heeft verklaard dat haar moeder een andere stamafkomst heeft. [4] Dit gegeven had van invloed kunnen zijn op de conclusies van TOELT. Daarnaast is ter zitting gesteld dat geen contra-expertise kan worden uitgevoerd, nu het bedrijf (De Taalstudio) dat contra-expertises in het verleden uitvoerde hiermee is gestopt. Verweerder heeft ten onrechte de herkomst van eiseres ongeloofwaardig geacht. Dit betekent dat verweerder ten onrechte het asielrelaas niet inhoudelijk heeft beoordeeld. Zelfs als verweerder de gestelde herkomst ongeloofwaardig acht, had verweerder de vrees van eiseres om als alleenstaande vrouw terug te keren naar Mogadishu moeten beoordelen. Verweerder heeft ten onrechte de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond. Er is daarom ook geen grond aanwezig om een onmiddellijke vertrekplicht uit te vaardigen..
De rechtbank oordeelt als volgt.
4. Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling [5] vloeit het volgende voort. [6] Indien bij verweerder twijfel is gerezen over de door een vreemdeling gestelde herkomst, kan hij door een taalanalyse te laten verrichten de betreffende vreemdeling tegemoetkomen in de op hem rustende verplichting om zijn herkomst aannemelijk te maken. In beginsel mag ervan worden uitgegaan dat een door TOELT verrichte taalanalyse tot stand is gekomen onder gedeelde verantwoordelijkheid van een ter zake deskundige linguïst die bij TOELT in dienst is en van wie de kwaliteit voldoende is gewaarborgd en een extern ingeschakelde taalanalist die op zorgvuldige wijze is geselecteerd en onder voortdurende kwaliteitscontrole staat. Evenwel dient verweerder, als hij een taalanalyse ten grondslag aan zijn besluitvorming legt, zich ervan te vergewissen dat de taalanalyse naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. Indien dit het geval is, kan de vreemdeling de bij verweerder gerezen en door de taalanalyse niet weggenomen twijfel slechts door het laten verrichten van een contra-expertise alsnog proberen weg te nemen.
5. De rechtbank volgt eiseres niet in haar stelling dat taalanalyses voor Somalische zaken in het algemeen geen betrouwbaar instrument zijn. Eiseres baseert zich voor die stelling primair op een artikel dat in 2013 is gepubliceerd. Deze enkele verwijzing biedt echter onvoldoende aanknopingspunten om een dergelijke conclusie te dragen, te meer nu TOELT zich bij de verrichte taalanalyse heeft gebaseerd op literatuur uit 2021. Voor zover eiseres zelf kritische kanttekeningen plaatst bij taalanalyses in Somalische zaken, de door TOELT geraadpleegde literatuur en de wijze waarop TOELT de literatuur bij zijn beoordeling betrekt, overweegt de rechtbank als volgt. De rapportage van TOELT is een deskundigenbericht. Uit de verklaring van de deskundige zoals weergegeven in het rapport blijkt dat het rapport onderworpen is geweest aan controle van een linguïst en dat het werk van taalanalisten aan een voortdurende kwaliteitscontrole is onderworpen. Ook staat in het rapport dat de taalanalist afkomstig is uit Zuid-Somalië, Somalisch zijn moedertaal is, hij uitgebreid is getest en hij zich in staat heeft getoond om verschillende varianten van het Somalisch te beoordelen en te herleiden. Eiseres is daarentegen geen deskundige in deze materie. De door eiseres geschetste kanttekeningen bieden daarom op zichzelf geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de totstandkoming en inhoud van de taalanalyse.
6. Voor zover eiseres stelt dat de taalanalyse onzorgvuldig tot stand is gekomen omdat TOELT niet door verweerder is gewezen op eiseres haar verklaring over haar moeders stamafkomst, overweegt de rechtbank als volgt. De conclusie van TOELT is dat op grond van de verrichte taalanalyse eiseres eenduidig niet is te herleiden tot de spraakgemeenschap binnen Zuid-Somalië. Het is volgens TOELT niet aannemelijk dat eiseres hier geboren en getogen is, zoals zij stelt. Het Somalisch van eiseres komt in zijn geheel overeen met het Somalisch zoals dat gangbaar is in Noord-Somalië. In het rapport zijn deze conclusies onderbouwd door het geven van diverse voorbeelden van door eiseres gehanteerde uitspraak, woordkeuze en grammatica. Doordat de conclusies van TOELT eenduidig zijn, ziet de rechtbank onvoldoende aanknopingspunten om te oordelen dat de deze conclusies anders zouden luiden indien TOELT op de hoogte was gesteld van de stamafkomst van de moeder van eiseres. Hierbij acht de rechtbank het van belang dat TOELT in het rapport overweegt dat, gelet op de gestelde herkomst en levensloop van eiseres, redelijkerwijs verwacht mag worden dat zij een beheersing op moedertaalniveau heeft van een vorm van Zuid-Somalisch zoals dat gangbaar is in haar gestelde herkomstgebied. Dit is echter niet het geval.
7. Verweerder heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat de verrichte taalanalyse naar wijze van totstandkoming zorgvuldig en naar inhoud inzichtelijk en concludent is. Daarnaast wordt vastgesteld dat eiseres geen contra-expertise heeft laten uitvoeren. Voor zover eiseres stelt dat sprake is van een schending van het beginsel van equality of arms omdat zij geen mogelijkheden heeft om een contra-expertise te laten uitvoeren, volgt de rechtbank deze stelling niet. Eiseres heeft niet met stukken onderbouwd dat in het geheel geen mogelijkheden bestaan om een contra-expertise te laten uitvoeren.
8. Verweerder heeft gelet op het bovenstaande niet ten onrechte geoordeeld dat de door eiseres gestelde herkomst ongeloofwaardig is. Verweerder heeft een verdere beoordeling van het asielrelaas daarom terecht achterwege gelaten. Dit geldt eveneens voor eiseres haar vrees om als alleenstaande vrouw terug te keren naar Mogadishu. De stelling dat zij een alleenstaande vrouw is, hangt immers nauw samen met haar gestelde herkomst. Een asielmotief heeft volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling slechts betekenis tegen de achtergrond van de identiteit, nationaliteit en herkomst van een vreemdeling. [7]
9. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als kennelijk ongegrond. Hij heeft dan ook kunnen bepalen dat eiseres onmiddellijk Nederland moet verlaten. [8]
10. Het beroep is ongegrond.
11. Verweerder hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
2.Team Onderzoek en Expertise Land en Taal.
3.Eiseres verwijst in dat verband naar het artikel ‘Taalanalyse bij Somalische asielzoekers: Ondeugdelijk en surrealistisch’ van J. Detailleur, Asiel- & Migrantenrecht (A&MR) 2013, nr. 01.
4.Eiseres wijst daarbij op de op 13 maart 2023 ingediende correcties en aanvullingen naar aanleiding van het aanmeldgehoor van 21 oktober 2021.
5.Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
6.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 11 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1921.
7.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van 6 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:292.
8.Op grond van artikel 62, tweede lid, aanhef en onder b, van de Vw.