In deze zaak hebben eisers, allen van Syrische nationaliteit, op 20 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als familie- of gezinslid bij hun referente in Nederland te verblijven. Na het verstrijken van de beslistermijn hebben eisers op 1 augustus 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 8 november 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke zijn gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat verweerder binnen acht weken na de uitspraak een beslissing moet nemen op de aanvraag. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit binnen twintig weken na de uitspraak gebeuren. Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,- en veroordeelt verweerder in de proceskosten van eisers tot een bedrag van € 418,50. De uitspraak is gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht.