ECLI:NL:RBDHA:2023:19997
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de toekenning van een militair invaliditeitspensioen en de mate van invaliditeit
In deze zaak gaat het om de beoordeling van de toekenning van een militair invaliditeitspensioen aan eiser, die een invaliditeit van 47,92% had en een hoger pensioen heeft aangevraagd. De verweerder, de staatssecretaris van Defensie, heeft het pensioen verhoogd naar een mate van invaliditeit van 50%. Eiser is van mening dat zijn beperkingen onvoldoende zijn meegewogen in deze beslissing. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 20 december 2023, na een zitting op 29 november 2023, waar eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder de impact van zijn posttraumatisch stressstoornis (PTSS) en andere lichamelijke klachten, in overweging genomen. Eiser betoogde dat zijn klachten zodanig zijn dat hij meer beperkingen heeft dan door de verzekeringsartsen is vastgesteld. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de onderbouwing van de verzekeringsartsen voldoende was en dat de scores die aan de verschillende beperkingen zijn toegekend, deugdelijk en consistent zijn onderbouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verweerder voldoende rekening heeft gehouden met de beperkingen van eiser en dat de toekenning van de invaliditeitsscores niet in twijfel kan worden getrokken. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.