ECLI:NL:RBDHA:2023:19931

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 november 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
C/09/655951 / JE RK 23-2171
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 28 november 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in de zaak van [naam01], een minderjarige die onder voogdij staat van Stichting Jeugdbescherming West Zuid-Holland. De kinderrechter heeft een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp voor een periode van drie maanden, met ingang van 5 december 2023. Dit besluit volgt op een verzoek van de gecertificeerde instelling, die zich zorgen maakt over het gedrag van [naam01], dat onder andere grensoverschrijdend gedrag en het onttrekken aan gezag omvat. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van [naam01] te waarborgen en om te voorkomen dat zij zich aan de hulp onttrekt.

Tijdens de mondelinge behandeling op 28 november 2023 waren [naam01], haar advocaat mr. W.J. Vroegindeweij, de vader als informant, en de voogd aanwezig. [naam01] heeft verweer gevoerd tegen de gesloten plaatsing en gaf de voorkeur aan verblijf bij haar vader of voormalige pleegouders. De vader heeft ook zijn zorgen geuit over de onveiligheid en hygiëne op de groep waar [naam01] verblijft. De kinderrechter heeft de zorgen van de gecertificeerde instelling en de positieve ontwikkeling van [naam01] in overweging genomen.

De kinderrechter heeft besloten de machtiging te verlenen, maar benadrukt dat een gesloten plaatsing een ingrijpende maatregel is die niet langer dan noodzakelijk moet duren. De kinderrechter heeft de gecertificeerde instelling verzocht om twee weken voor de volgende zitting een update te geven over de situatie van [naam01]. De behandeling van het verzoek voor het overige is aangehouden, en de kinderrechter hoopt dat [naam01] de positieve ontwikkeling kan voortzetten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/09/655951 / JE RK 23-2171
Datum uitspraak: 28 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, locatie: Leiden,
hierna te noemen: de gecertificeerde instelling,
over
[naam01], geboren op [geboortedatum01] 2010 in [plaats01] ,
hierna te noemen: [naam01] ,
advocaat: mr. W.J. Vroegindeweij te Katwijk.
De kinderrechter merkt als informant aan:
[naam02] ,
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats01] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 31 oktober 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [naam01] met haar advocaat;
  • [naam03] als voogd van [naam01] namens de gecertificeerde instelling;
  • de vader als informant.
1.3.
De kinderrechter heeft [naam01] voorafgaand aan de mondelinge behandeling in het bijzijn van haar advocaat gehoord.

2.De feiten

2.1.
Bij beschikking van 15 februari 2018 is [naam01] onder voogdij gesteld van
Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland.
2.2.
[naam01] verblijft op een gesloten groep in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder, te weten bij [naam04] .
2.3.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 5 juni 2023 een machtiging verleend [naam01] gedurende dag en nacht uit huis te plaatsen in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp tot 5 december 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De gecertificeerde instelling verzoekt een machtiging om [naam01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
3.2.
De gecertificeerde instelling heeft het verzoek als volgt gemotiveerd. Een langer verblijf voor [naam01] op de gesloten groep is nodig om haar fysieke en emotionele veiligheid te garanderen. De gecertificeerde instelling maakt zich zorgen over het fysiek, verbaal en seksueel grensoverschrijdend gedrag dat [naam01] laat zien en in verband waarmee het ook meerdere keren nodig is geweest haar te fixeren. Ten tijde van het verzoek heeft de gecertificeerde instelling nog grote zorgen over de snel oplopende emoties bij [naam01] , de aanhoudende escalaties en het feit dat zij meerdere keren is weggelopen. Daarnaast heeft zij zorgen over het bijzondere gedrag, dat [naam01] laat zien door bijvoorbeeld te grommen, blaffen of te likken aan voorwerpen. [naam01] komt sociaal-emotioneel jong over. Zij vindt het lastig om met andere jongeren om te gaan en zij is beïnvloedbaar. Zij heeft zo veel mogelijk voorspelbaarheid en duidelijkheid nodig in de vorm van regels, grenzen en een duidelijke dagstructuur en is nog niet in staat om zich staande te houden op een open groep. Psychodiagnostisch onderzoek en daaropvolgende behandeling is nodig om te kunnen bepalen waar zij precies mee worstelt en welke hulp daarvoor passend is. Daarnaast is dit onderzoek van belang om meer duidelijkheid te krijgen over waar [naam01] zal opgroeien en welke duurzame woonplek voor haar het meest passend is. Ter zitting heeft de gecertificeerde inlichting toegelicht dat de afgelopen maand sprake is geweest van een voorzichtige positieve ontwikkeling. De laatste maand zijn er bij weten van de voogd geen incidenten geweest op de groep en de leerkracht van [naam01] heeft de voogd medegedeeld dat [naam01] op school de afgelopen weken sprongen vooruit maakt. De gecertificeerde instelling heeft een psycholoog gevonden die op zeer korte termijn zal kunnen starten met de diagnostiek voor [naam01] .

4.De standpunten

4.1.
Door en namens [naam01] is verweer gevoerd tegen het verzochte. Zij wil niet langer op de gesloten groep blijven en wil het liefste bij de vader wonen. Als dat niet mogelijk is, wil zij bij haar voormalige pleegouders wonen. De boosheid van [naam01] wordt getriggerd door de andere kinderen op de groep. Tijdens de logeermomenten bij haar pleegouders heeft zij veel minder last van boosheid en als zij dan toch boos is, dan weet zij wat zij moet doen. Zij voelt zich niet veilig op de groep. [naam01] voelt zich bedreigd: er wordt tegen haar gescholden en soms wordt er ook fysiek geweld gebruikt. De andere kinderen weten ook dat zij niks tegen hen terug zal doen, waardoor zij het mikpunt wordt voor hen. De vader betekent veel voor [naam01] en zij kan hem altijd bellen als het niet goed gaat. Ook vindt zij de logeermomenten bij de pleegouders erg fijn. De advocaat benadrukt dat een gesloten plaatsing zo kort mogelijk en ‘zo thuis mogelijk’ moet plaatsvinden. Primair wordt dan ook om afwijzing van het verzoek verzocht en subsidiair wordt verzocht de machtiging te verlenen voor een kortere duur.
4.2.
Desgevraagd heeft de vader het volgende ter zitting naar voren gebracht. De vader heeft op dit moment frequent omgang met [naam01] en deze omgang wordt steeds verder opgebouwd. Hij haalt [naam01] op van de groep. Zij gaan dan wat leuks doen en vooral veel praten. [naam01] heeft bij de vader aangegeven zich niet veilig te voelen op de groep. Het is volgens hem niet verantwoord om haar nog langer op een leefgroep te houden. Al tien jaar zit [naam01] in het systeem en er wordt geen vooruitgang geboekt. De vader denkt dat als alle betrokkenen samen aan tafel gaan zitten er al een oplossing is. Zo kan [naam01] bijvoorbeeld twee dagen bij de vader wonen, twee dagen bij haar stiefmoeder en twee dagen bij de voormalige pleegouders. Zo kan zij dan verblijven in een veilige leefomgeving zonder dat zij bedreigd wordt. Naast de fysieke en emotionele onveiligheid van [naam01] op de groep heeft de vader ook zorgen over de hygiëne op de groep.

5.De beoordeling

5.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De voogdij over [naam01] berust bij de gecertificeerde instelling, waardoor een ondertoezichtstelling van [naam01] niet is vereist (artikel 6.1.2, derde lid, onder b, Jeugdwet).
5.2.
De kinderrechter is van oordeel dat aan bovenstaande gronden zijn voldaan. Zij overweegt daartoe als volgt. De afgelopen maanden heeft [naam01] op de gesloten groep nog zorgelijk gedrag laten zien. Zo heeft zij zich verschillende malen onttrokken aan het gezag, sterk grensoverschrijdend gedrag vertoont en hebben er herhaaldelijk escalaties plaatsgevonden, waarbij zij ook meerdere keren fysiek begrensd moest worden. De kinderrechter acht daarom de kaders van geslotenheid nog noodzakelijk om de veiligheid van [naam01] te garanderen en te voorkomen dat zij zich onttrekt. Het risico is nog te groot om [naam01] naar een open groep of naar haar vader te kunnen laten gaan. Verder hebben de pleegouders te kennen gegeven niet meer te kunnen instaan voor de verzorging en opvoeding van [naam01] , waardoor een verblijf bij de voormalig pleegouders niet langer een optie is. De kinderrechter ziet echter ook de positieve ontwikkeling die [naam01] de afgelopen maand heeft doorgemaakt, waarbij zij stappen vooruit heeft gezet in haar schoolwerk en er geen incidenten hebben plaatsgevonden. Het stemt de kinderrechter daarbij positief dat de psycholoog zeer snel kan starten met het diagnostisch onderzoek. Dit onderzoek is niet alleen belangrijk zodat [naam01] passende begeleiding en ondersteuning voor haar problemen kan ontvangen, maar zeker ook zodat duidelijk wordt wat voor [naam01] een passende duurzame vervolgplek is. De kinderrechter benadrukt dat een gesloten plaatsing een verstrekkende maatregel is die zeer ingrijpend is en niet langer moet duren dan noodzakelijk. Daarbij dient de gecertificeerde instelling de gevoelens van onveiligheid van [naam01] op de groep serieus te nemen en hiermee aan de slag te gaan. De kinderrechter acht het namelijk essentieel dat [naam01] op een plek verblijft waar zij veilig is.
Gelet op de positieve ontwikkeling die [naam01] heeft laten zien en de ernst van de maatregel zal de kinderrechter de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen voor een periode van drie maanden en het verzoek voor het overige aanhouden, zodat zij het proces kan blijven monitoren. De kinderrechter hoopt dat het [naam01] lukt om de stijgende lijn door te zetten, zodat zij sneller op de plek komt waar zij graag zelf zou willen zijn.
5.3.
De kinderrechter verzoekt de gecertificeerde instelling om uiterlijk twee weken vóór de nader te bepalen zitting een schriftelijke update aan de rechtbank en de belanghebbenden toe te sturen over de laatste stand van zaken en daarin aan te geven of het verzoek wordt gehandhaafd. Indien het verzoek wordt gehandhaafd dient de gecertificeerde instelling voorafgaand aan de zitting een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper aan de rechtbank toe te sturen. De vader dient voor deze zitting als informant opgeroepen te worden.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verleent een machtiging om [naam01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 5 december 2023 tot 5 maart 2024;
6.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan
tot een nader te bepalen zitting, gelegen vóór 5 maart 2024, bij voorkeur bij mr. E.E. Schotte, tegen welke zitting de gecertificeerde instelling, [naam01] en haar advocaat dienen te worden opgeroepen en de vader als
informantdient te worden opgeroepen;
6.3.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.4.
verzoekt de gecertificeerde instelling om twee weken voor die zitting de rechtbank en de belanghebbenden schriftelijk te informeren over de laatste stand van zaken en of het verzoek voor het overige wordt gehandhaafd;
6.5.
verzoekt de gecertificeerde instelling, indien het aangehouden deel van het verzoek wordt gehandhaafd, een nieuwe instemmingsverklaring van een gedragswetenschapper als bedoeld in artikel 6.1.2, vijfde lid, van de Jeugdwet, die de jeugdige met het oog daarop kort tevoren heeft onderzocht, toe te zenden.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2023 door mr. E.E. Schotte, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. S.L.G. van Otterlo als griffier, en op schrift gesteld op 11 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.