Uitspraak
- namens eisers: [eiser 1];
- namens het college: de gemachtigde van het college, [naam 1] en [naam 2];
- namens Provastgoed: de gemachtigde van Provastgoed en [naam 3].
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eisers tegen de afwijzing van hun aanvraag om een tegemoetkoming in de planschade. Eisers, wonend in Oegstgeest, hebben in 1998 een woning gekocht onder het bestemmingsplan "Centrum, 1e herziening". In 2019 hebben zij een verzoek ingediend voor planschadevergoeding vanwege een wijzigingsplan dat hun uitzicht, privacy en zonlicht zou aantasten. Het college van burgemeester en wethouders heeft het verzoek afgewezen, onder verwijzing naar een advies van Langhout & Wiarda, dat concludeerde dat de schade gedeeltelijk voorzienbaar was. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geoordeeld dat de eisers niet in aanmerking komen voor een planschadevergoeding, omdat de nadelige effecten van het wijzigingsplan in lijn zijn met de eerder bestaande planologische mogelijkheden. De rechtbank wijst erop dat eisers bij de aankoop van hun woning rekening hadden moeten houden met de mogelijkheid van toekomstige bebouwing op het sportterrein naast hun woning. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de aanvraag om planschadevergoeding. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van immateriële schade aan zowel eisers als Provastgoed, en worden proceskosten toegewezen.