ECLI:NL:RBDHA:2023:19853

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 december 2023
Publicatiedatum
14 december 2023
Zaaknummer
NL23.10353
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Somalische eiseres wegens ongeloofwaardig asielrelaas en vestigingsalternatief in Mogadishu

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Somalische eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres, geboren in 1990, diende op 14 februari 2022 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 10 maart 2023 werd afgewezen. De rechtbank behandelde de zaak op 16 november 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris en een tolk.

Eiseres stelt dat zij problemen heeft met een politieke organisatie in Somalië, waar zij door haar afwezigheid op een bijeenkomst werd vastgehouden en mishandeld. Na haar vrijlating vluchtte zij naar Mogadishu, waar zij tijdelijk bij familie verbleef. De staatssecretaris betwist de geloofwaardigheid van haar asielrelaas, met name het tweede element van haar verhaal over de problemen met de politieke organisatie, en concludeert dat eiseres een vestigingsalternatief heeft in Mogadishu.

De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris zich niet onterecht op het standpunt heeft gesteld dat het asielrelaas van eiseres ongeloofwaardig is. De rechtbank wijst op inconsistenties in de verklaringen van eiseres en concludeert dat er in Mogadishu geen reëel risico op ernstige schade bestaat. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres ongegrond en wijst de aanvraag af, zonder aanleiding voor proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.10353

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres,

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. I. Wudka),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

(gemachtigde: mr. N. Metalsi).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Eiseres heeft de Somalische nationaliteit en is geboren op [geboortedag] 1990. Zij heeft op 14 februari 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 10 maart 2023 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond.
1.1.
De rechtbank heeft het beroep op 16 november 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, M.Y. Abdi als tolk en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres legt aan haar asielaanvraag het volgende ten grondslag. Eiseres stelt problemen te hebben met [politieke organisatie] . Zij is niet verschenen op een bijeenkomst van [politieke organisatie] , waarop zij vervolgens is meegenomen en vijf dagen is vastgehouden. Tijdens haar gevangenschap werd eiseres mishandeld en werd er water over haar heen gegooid. Als voorwaarde voor haar vrijlating werd door de krijgsheer, [naam] , verteld dat eiseres moet meehelpen met het bereiden van eten, dat zij voorlichtingsbijeenkomsten moest bijwonen en dat ze haar oudste kind bij [politieke organisatie] moest inleveren. Ook moest ze beschikbaar zijn om dorpen die de overheid steunen te bezoeken en informatie te verzamelen. Eiseres is de dag na haar vrijlating uit haar dorp naar Mogadishu gevlucht. Daar verbleef zij eerst bij haar schoonmoeder, daarna bij haar tante. Vervolgens is zij uit Mogadishu gevlucht. Haar man en kinderen wonen nu nog bij haar schoonmoeder in Mogadishu. Vijf maanden na haar vertrek uit Somalië (twee maanden voor het nader gehoor) is de tante van eiseres nog gebeld door [politieke organisatie] met het bericht dat zij nog steeds op zoek zijn naar eiseres. Eiseres heeft dit van haar man gehoord.
Het bestreden besluit
3. Het asielrelaas van eiseres bevat volgens verweerder de volgende relevante elementen: 1) Identiteit, nationaliteit en herkomst en 2) problemen door [politieke organisatie] .
Verweerder stelt zich hierover op het standpunt dat het eerste element geloofwaardig wordt geacht, maar het tweede element niet. Daarnaast heeft eiseres een vestigingsalternatief in Mogadishu. Verweerder concludeert daarom dat de asielaanvraag moet worden afgewezen.
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Eiseres voert aan dat verweerder haar ten onrechte tegenwerpt dat zij niet naar de bijeenkomst is gegaan, ondanks dat ze bekend zou zijn met de dreiging van [politieke organisatie] . Zij had namelijk simpelweg geen opvang voor de kinderen en is het ook vergeten. Daarnaast voert eiseres aan dat [politieke organisatie] niet altijd op de in het ambtsbericht beschreven wijze kinderen rekruteert. Bovendien is eiseres het hoofddoel en niet haar man en kinderen. Daar komt bij dat eiseres in plaats van het betalen van belasting moest koken voor [politieke organisatie] en bij de bijeenkomsten aanwezig moest zijn en dat er voor [politieke organisatie] dus geen reden meer was om achter haar man en kinderen aan te komen. Verder voert eiseres aan dat verweerder haar ten onrechte tegenwerpt dat [politieke organisatie] niet direct achter haar aan is gekomen. Ook is Mogadishu volgens eiseres geen binnenlands vestigingsalternatief. Tot slot heeft eiseres op zitting benadrukt dat zij het voordeel van de twijfel moet krijgen.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Het asielrelaas
5. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich niet onterecht op het standpunt gesteld dat het asielrelaas van eiseres niet geloofwaardig is. De rechtbank acht daarvoor het volgende van belang. Eiseres stelt de verplichte bijeenkomst niet te hebben bijgewoond omdat ze vergeten was dat die plaatsvond en omdat ze geen opvang kon regelen voor de kinderen. Dit heeft verweerder ongerijmd mogen vinden, omdat het niet allebei waar kan zijn. Bovendien heeft verweerder onwaarschijnlijk mogen vinden dat eiseres de bijeenkomst vergeten was, omdat zij zelf heeft verklaard dat bij niet nakomen van de bevelen van [politieke organisatie] de enige optie is dat je gelijk onthoofd wordt. Daarnaast stelt eiseres na aankomst in Mogadishu gebeld te zijn door [politieke organisatie] met de boodschap “We weten dat je bent aangekomen in Mogadishu en we komen jou ophalen.” [1] Verweerder heeft haar echter kunnen tegenwerpen dat zij ook heeft verklaard dat [politieke organisatie] haar nooit heeft opgezocht en dat [politieke organisatie] ook haar man en kinderen nooit heeft opgezocht, hoewel zij nog altijd bij haar schoonmoeder in Mogadishu wonen. [2] Dat klemt des te meer, omdat [politieke organisatie] het kind van eiseres heeft gevorderd. Verweerder heeft eiseres daarom niet hoeven volgen in haar betoog dat haar man en kinderen geen doelwit, dan wel niet het hoofddoelwit zijn. Reeds hierom heeft verweerder eiseres niet het voordeel van de twijfel hoeven geven en het asielrelaas ongeloofwaardig mogen achten.
Veiligheidssituatie in Mogadishu - vestigingsalternatief
6. Tot slot oordeelt de rechtbank dat er in Mogadishu geen sprake is van een zodanige geweldssituatie dat eiseres alleen al door haar aanwezigheid aldaar een reëel risico loopt op ernstige schade. De rechtbank volgt hiermee het eerdere oordeel van deze rechtbank van 18 juli 2023. [3] De enkele stelling van eiseres dat Mogadishu in het algemeen niet als redelijk vestigingsalternatief wordt aangeduid, doet aan het voorgaande niet af. Nu verweerder de problemen van eiseres met [politieke organisatie] ongeloofwaardig heeft mogen achten, geven de individuele omstandigheden van eiseres geen aanleiding voor een ander oordeel.
Conclusie
7. Verweerder heeft de aanvraag terecht afgewezen als ongegrond.
8. Voor een proceskostenvergoeding bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.W. Griffioen, rechter, in aanwezigheid van mr. J.R. Froma, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Nader gehoor, bladzijde 10.
2.Nader gehoor, bladzijde 13.