ECLI:NL:RBDHA:2023:19846
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging tijdelijke bescherming voor derdelander Oekraïne en rechtszekerheidsbeginselen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 14 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiser, een derdelander uit Oekraïne, had tijdelijke bescherming aangevraagd, maar kreeg te horen dat zijn recht op deze bescherming eindigde op 4 september 2023. De rechtbank behandelt het beroep, dat samen met een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend, op 4 december 2023. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris bevoegd was om de tijdelijke bescherming te beëindigen en dat dit niet in strijd is met het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel. Eiser had geen ondubbelzinnige toezegging ontvangen die zijn beroep op het vertrouwensbeginsel zou kunnen ondersteunen. De rechtbank wijst erop dat de tijdelijke bescherming tijdelijk is en dat eiser op de hoogte was van de voorgenomen beëindiging. De rechtbank oordeelt dat de besluitvormingsprocedure zorgvuldig is gevolgd en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de bevoegdheid van de staatssecretaris. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen in hoger beroep gaan.