ECLI:NL:RBDHA:2023:1954
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in Dublin-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 februari 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Jemenitische nationaliteit, had op 3 juni 2022 een asielaanvraag ingediend, maar deze werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat Italië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag, op basis van de Dublinverordening. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk.
De rechtbank heeft de zaak op 9 februari 2023 behandeld. Eiser voerde aan dat Italië niet voldeed aan het interstatelijk vertrouwensbeginsel, omdat er tekortkomingen zouden zijn in de opvang van asielzoekers. Hij verwees naar een circular letter van de Dublin Unit Italië en eerdere uitspraken van de rechtbank. De rechtbank oordeelde echter dat, hoewel eiser gezondheidsproblemen had, hij niet had aangetoond dat deze zo ernstig waren dat overdracht aan Italië niet mogelijk was. De rechtbank bevestigde dat Italië in beginsel verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag en dat verweerder op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht vertrouwen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak aangegeven, waarbij hoger beroep mogelijk is bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.