In deze zaak hebben eisers, allen van Syrische nationaliteit, op 27 oktober 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als familie- of gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag is op 3 november 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Eisers hebben op 20 juli 2023 verweerder in gebreke gesteld wegens het niet tijdig beslissen op hun aanvraag en hebben op 13 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het uitblijven van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is verstreken en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. Het beroep is daarom kennelijk gegrond verklaard.
De rechtbank verwijst naar een eerdere uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank, waarin is geoordeeld dat bij overschrijding van de beslistermijn bij aanvragen om gezinshereniging sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank sluit zich aan bij dit oordeel en bepaalt dat verweerder binnen acht weken na de bekendmaking van deze uitspraak een beslissing op de aanvraag moet nemen. Indien verweerder besluit tot nader onderzoek, moet dit besluit binnen twintig weken na de bekendmaking worden genomen.
Tevens is bepaald dat verweerder een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. De rechtbank heeft de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, omdat meer dan 42 dagen zijn verstreken. Daarnaast is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eisers, vastgesteld op € 418,50.