In deze zaak hebben eisers, bestaande uit vier Syrische nationaliteiten, op 17 november 2022 een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) om als gezinslid bij hun referent in Nederland te verblijven. De aanvraag werd op 18 november 2022 door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ontvangen. Na het verstrijken van de wettelijke beslistermijn van 90 dagen, hebben eisers op 28 juni 2023 verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens hebben zij op 29 augustus 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden en dat eisers rechtsgeldig in gebreke hebben gesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk gegrond is, verwijzend naar eerdere jurisprudentie die bevestigt dat bij overschrijding van de beslistermijn in dergelijke gevallen sprake is van een bijzonder geval. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een beslissing op de aanvraag bekend te maken, met een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat deze termijn wordt overschreden, tot een maximum van € 7.500,-. Daarnaast is de verbeurde dwangsom vastgesteld op € 1.442,-, en zijn de proceskosten voor eisers vastgesteld op € 418,50.