ECLI:NL:RBDHA:2023:19452

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 november 2023
Publicatiedatum
12 december 2023
Zaaknummer
NL23.32029
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag en niet-ontvankelijkheid beroep wegens gebrek aan procesbelang

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen als kennelijk ongegrond. Eiser had op 3 oktober 2023 een beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting. De rechtbank heeft de zaak behandeld in Breda, waar de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 3 november 2023 met onbekende bestemming is vertrokken en dat er geen contact met hem is geweest. De gemachtigde van eiser heeft bevestigd dat hij niet weet waar eiser zich bevindt en dat hij niet meer in Nederland verblijft. Hierdoor concludeert de rechtbank dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de bescherming die hij in Nederland zocht.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van zijn asielaanvraag. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan binnen een week na bekendmaking worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL23.32029
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam] , eiser

V-nummer: [nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. M.K. Ruijzendaal).

ProcesverloopBij besluit van 3 oktober 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiser afgewezen als kennelijk ongegrond.

Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 29 november 2023 op zitting behandeld in Breda. Eiser is, met voorafgaand bericht, niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

1. Eiser is met onbekende bestemming vertrokken op 3 november 2023. Aan zijn gemachtigde is gevraagd of er contact met hem is en of de gemachtigde weet dat hij in Nederland verblijft. Daarop is een reactie gekomen dat dit niet het geval is. De rechtbank concludeert daarom dat eiser kennelijk geen prijs meer stelt op de oorspronkelijk door hem in Nederland gezochte bescherming [1] . Eiser heeft daarom geen belang meer bij een beoordeling van zijn beroep. Het procesbelang ontbreekt.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 29 november 2023 door mr. H. Remerie, rechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier.
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking van dit proces-verbaal.

Voetnoten

1.Zie ook de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 22 februari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:579.