ECLI:NL:RBDHA:2023:19427
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Buiten behandelingstelling asielaanvraag wegens niet indienen van formulier
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 8 augustus 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 28 augustus 2023 deze aanvraag in de algemene procedure buiten behandeling gesteld, omdat eiser het benodigde formulier niet had teruggestuurd. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om een voorlopige voorziening, op 24 november 2023 behandeld. Eiser was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. A.E. Martinez Linnemann, terwijl de staatssecretaris werd bijgestaan door mr. C. Verbaas.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht de asielaanvraag buiten behandeling heeft gesteld. Eiser had de kans om zijn aanvraag te motiveren, maar heeft nagelaten het gevraagde formulier in te vullen en terug te sturen, ondanks herhaalde verzoeken van de staatssecretaris. De rechtbank wijst erop dat de staatssecretaris volgens jurisprudentie bevoegd is om een aanvraag buiten behandeling te stellen als de vreemdeling niet voldoet aan verzoeken om aanvullende informatie. Eiser had de mogelijkheid om zijn aanvraag te vervolgen, maar heeft deze kans niet benut. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt. De uitspraak is gedaan door mr. T.A. Oudenaarden, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.